Het register

Wat is het GVR/Slagzinnenregister?
In de reclamepraktijk bestaat grote behoefte aan bescherming van slagzinnen tegen nabootsing. Het auteursrecht en het merkenrecht geven een sterke rechtspositie, maar lang niet altijd kan een slagzin als merk worden geregistreerd en weinig slagzinnen komen in aanmerking voor auteursrechtelijke bescherming. Ook de oneerlijke mededinging  (onrechtmatige daad) biedt weliswaar een juridisch kader, maar of de slagzin bij een eventuele rechtsgang bij inbreuk daadwerkelijk met succes kan worden beschermd hangt van allerlei omstandigheden af, zodat de uitspraak niet te voorspellen is.

Het GVR/Slagzinnenregister is ingesteld om door toetsing en registratie vooraf aanvullende zekerheden te verschaffen. Registratie werkt preventief tegen mogelijk navolging. De rechtmatige gebruiker staat met een ingeschreven zin voor de rechter een stuk sterker dan een gebruiker zonder inschrijving. In praktijk blijkt de rechter belang te hechten aan de inschrijving van een slagzin in het GVR Slagzinnenregister.

Ontstaan van het GVR/Slagzinnenregister
Al vanaf 1928 houdt GVR een register aan. Bij gebrek aan een duidelijke definitie ontstond er een wildgroei aan gedeponeerde zinnen. Daarom werd er in 1955 een GVR/Slagzinnencommissie geïnstalleerd die duidelijke toetsingsvoorwaarden formuleerde in het Reglement GVR/Slagzinnenregister. In 1979 werd het GVR/Slagzinnenregister grondig herzien en de allerlaatste wijziging dateert van januari 2005.

Kernbegrippen van de regeling

  • de definitie van het begrip ‘slagzin’ en de toelichting daarop (Reglement art. 4);
  • het daadwerkelijk gebruik als slagzin (Reglement art. 3);
  • de eis dat ‘geen verwarring te duchten’ is met reeds eerder ingeschreven resp. niet-ingeschreven algemeen bekende slagzinnen van derden (Reglement art. 3);
  • de eis van niet strijdigheid met de wet en in dit verband daarmee gelijk te stellen regels en normen (Reglement art. 3);
  • het voorschrift, dat de datum waarop de aanvragen en het bewijsmateriaal zijn ontvangen, voor de GVR/Slagzinnencommissie maatgevend is voor de beoordeling van de prioriteit.

Welke voordelen biedt registratie?

  • Risicobeperking
    De zin wordt onderzocht op eventuele gelijkenis en mogelijke verwarring met eerder gedeponeerde slagzinnen óf niet gedeponeerde, algemeen bekende slagzinnen.
  • Bewijsvoordeel
    De datum (van gebruik) van de slagzin komt vast te liggen, wat van groot belang is in inbreukprocedures.
  • Preventie
    Door voorafgaand onderzoek kan mogelijke inbreuk worden voorkomen. Een search door GVR/Slagzinnenregister (vooronderzoek of een bepaalde zin al in het slagzinnenregister staat) kan een conflict en veel onnodige kosten voorkomen.
  • Procesvoordeel
    Gebleken is dat de rechter bij een ingeschreven slagzin eerder geneigd zal zijn kwade trouw bij de navolger aan te nemen.

Hoe vindt beoordeling plaats?
De GVR/Slagzinnencommissie hanteert de volgende definitie:

‘‘Een slagzin is een tot het publiek gericht, kernachtig samenstel van woorden, bestemd en geschikt om door een deelnemer aan het maatschappelijk verkeer te worden gebruikt ter onderscheiding van zijn instelling, persoon, goederen of diensten’.

Bij de toetsing aan de definitie moet de GVR/Slagzinnencommissie in de eerste plaats beoordelen of een slagzin op zichzelf onderscheidend is. Dat is niet altijd even eenvoudig.

Wanneer is een zin een slagzin?

  • Er is sprake van een slagzin als de zin ook daadwerkelijk als slagzin wordt gebruikt. Uit meegestuurd bewijsmateriaal blijkt vaak dat een slagzin niet op zichzelf staat, maar gebruikt wordt als kopregel of tussenkop. Dat is een reden tot afwijzing. Afhankelijk van het gekozen medium (bijvoorbeeld een billboard) kan er wel één essentieel tekstelement zijn. Zo’n tekstelement geldt dan zowel als kopregel en slagzin.
  • Er mag geen verwarrende gelijkenis met andere slagzinnen bestaan. Daarbij gaat het de GVR/Slagzinnencommissie in beginsel niet om de vraag of er sprake is van opzet. Het doel is alleen om verwarrende gelijkenis in ‘samenstellen van woorden’ tegen te gaan. De beoordeling van de vraag of een bepaalde gelijkenis verwarringwekkend is, is nooit helemáál los te maken van de aard van product en instelling, alleen al vanwege de verbinding met de (merk)naam. De beoordeling houdt dan ook onvermijdelijk een zeker subjectief element in. Een belangrijke leidraad bij de beoordeling blijft, dat het niet de bedoeling mag zijn de ‘reclamemakende gemeente’ onnodige belemmeringen in het taalgebruik in de weg te leggen.
  • Een slagzin niet in strijd mag zijn met de wet, de openbare orde en de goede zeden, met algemeen aanvaarde normen ten aanzien van het fatsoen en de goede smaak en met enig ander voorschrift van de Nederlandse Code voor het Reclamewezen (Reglement art. 3d). Het doen van bindende uitspraken daarover is voorbehouden aan andere instanties. De GVR/Slagzinnencommissie zal bijna nooit vooruit lopen op een uitspraak van de rechter of de Reclame Code Commissie en de zin gewoon registreren. Maar in dubieuze gevallen kan de zij de indiener waarschuwen en het gebruik van de zin ontraden.

Wanneer is een zin geen slagzin?
Er is geen sprake van een slagzin als:

  • de zin in uitsluitend algemene bewoordingen een product beschrijft;
  • de zin voor het grootste gedeelte bestaat uit een gezegde of uitdrukking die tot het algemeen taalbezit gerekend moet worden. Alleen als die algemene uitdrukking een specifieke betekenis krijgt door koppeling aan een bepaald product, kan sprake zijn van een slagzin.
  • de zin door de inhoud of gewrongen taalgebruik niet voldoet aan een minimale eis van behoorlijke communicatie;

Prioriteit
Wanneer twee adverteerders dezelfde of nagenoeg dezelfde slagzin ter registratie aanbieden, is de vraag wie van hen zich kan beroepen op het eerste gebruik. Die vraag is in een geding voor de rechter wél relevant, voor de GVR/Slagzinnencommissie niet.
Het is niet de taak van de GVR/Slagzinnencommissie een onderzoek in te stellen naar de juistheid van het veronderstelde eerste gebruik. Wanneer daarover een geschil ontstaat is de rechter de aangewezen instantie. Voor de GVR/Slagzinnencommissie geldt slechts één criterium, te weten de datum waarop de indiening van de slagzin mét deugdelijk bewijsmateriaal is ontvangen.

Samenstelling van de commissie
De commissie is samengesteld uit leden die binnen het communicatievak zeer uiteenlopende functies vervullen, zodat er geen sprake is van onevenwichtigheid of verstrengeling van belangen. De GVR/Slagzinnencommissie bestaat uit:

Hanneke van Rozendaal (voorzitter) Afbeeldingsresultaat voor linkedin logo

Matthijs Peijnenburg  Afbeeldingsresultaat voor linkedin logo

Bart Heijboer Afbeeldingsresultaat voor linkedin logo

Marlies Mols Afbeeldingsresultaat voor linkedin logo

Korstiaan GrootAfbeeldingsresultaat voor linkedin logo

Tijmen van Rooijen

Openbaarmaking
De registratie van een slagzin dient openbaar gemaakt te worden wil die enige waarde hebben. Elke twee maanden worden de goedgekeurde slagzinnen gepubliceerd op de website van GVR/Slagzinnenregister. Men kan vervolgens gedurende twee maanden bezwaar aantekenen. Mocht er binnen die tijd geen bezwaar zijn ontvangen, dan wordt de zin definitief ingeschreven voor een periode van twee jaar.